Het klooster suddert nog
een beetje na.
Ik was bij de
Norbertijnen in de abdij van Berne. De orde van de Norbertijnen probeert te
leven vanuit twee pijlers: armoede en community.
Eerst maar over de armoede.
Toen ik de poort inliep (ik voelde me als die jongen uit de Mars reclame uit de
jaren 90, maar ik had geen Mars, dus ik belde gewoon aan), zag ik daar nog niks
van. Het gebouw is eeuwenoud, zit goed in de verf en ligt in mooie parkachtige
tuin.
De armoede is dus niet
meteen zichtbaar, maar ze is er wel.
Ze is te zien in de kleding
van de vaste bewoners. Die is van het
soort: ‘nooit hoeven nadenken over wat je aantrekt en one size fits all’.
Daarnaast aan de inrichting van de gastenkamers. Alle
meubels kwamen overduidelijk van de kringloopwinkel. Sommige kamers waren
verassend creatief en leuk ingericht. Die van mij was meer van het soort: “hier
kunnen we nog wel wat neerzetten”. Maar het voldeed en ik voelde mij er in
thuis. Twee makkelijke stoelen, een
bureau, een kast en een tafeltje. Meer heeft een mens niet nodig toch?
En tenslotte aan de
maaltijden. Die doen denken aan de betere keuken van de jaren zestig. Voor wie
dat heeft meegemaakt: geen pakjes en zakjes en voorgesneden groente. Dat is
maar duur en ongezond. Geen exotische producten. Gewoon aardappels groente en een
vleesvervanger of stukkie vlees. Van wat over is aardappelcroquetjes maken voor
de zondag. Als toetje yoghurt met wat
fruit en een schepje suiker. Niet duur en je krijgt alles binnen wat je nodig
hebt.
Voor de zondag iets met
room, eiwit en Cointreau. Handig, zo’n
pij.
En de rust,weldadig?
BeantwoordenVerwijderenKomt nog, Izerina.
Verwijderen